-
1 clair
clair1 [kler]〈m.〉♦voorbeelden:se détacher en clair sur • duidelijk afsteken tegenêtre au clair sur qc. • een duidelijk idee van iets hebbenmettre ses notes au clair • zijn aantekeningen uitwerkentirer au clair • 〈 vloeistof〉klaren, filtreren〈 figuurlijk〉 tirer une affaire au clair • een zaak tot klaarheid brengen, ophelderenle plus clair • het grootste gedeeltemessage en clair • niet gecodeerd berichten clair, cela ne l'intéresse pas • om duidelijk te zijn, het interesseert hem niet————————clair2 [kler]3 duidelijk ⇒ gemakkelijk te begrijpen, helder4 helder ⇒ transparant, zuiver♦voorbeelden:opposer un refus clair et net • vierkant weigerenclair comme deux et deux font quatre • zo klaar als een klontje→ eau4 son affaire est claire • zijn, haar lot is bezegeldlait clair • wei————————clair3 [kler]〈 bijwoord〉2 dun♦voorbeelden:je vois clair dans son jeu • ik heb hem, zijn spel door1. m1) lichte partij [schilderij]2) dunne plek [stof]2. adj1) duidelijk, helder2) onbewolkt3) licht [kleur]4) dun5) helder [verstand]3. adv1) duidelijk2) dun -
2 déposer
déposer [deepoozee]2 neerslaan ⇒ bezinksel vormen, bezinkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerzetten ⇒ neer-, afleggen, afzetten2 in bewaring geven ⇒ in depot geven, afgeven4 doen neerslaan ⇒ doen bezinken, afzetten♦voorbeelden:déposer ses hommages aux pieds de qn. • iemand zijn eerbied betuigendéposer le masque • het masker afwerpendéfense de déposer des ordures • verboden vuil te stortenmarque déposée • gedeponeerd handelsmerk→ bilan1. v1) getuigen3) neerleggen5) afzetten, uit zijn ambt ontzetten6) afnemen [gordijn, schilderij]7) aanhangig maken [politiek]2. se déposer (sur)vbezinken, neerslaan -
3 nu
nu [nuu]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 naakt ⇒ bloot, kaal♦voorbeelden:pieds nus • blootsvoetsnue propriété • blote eigendomtête nue • blootshoofdstorse nu • ontbloot bovenlijfmettre à nu • blootleggenun nu • naakt(schilderij)un nu photographique • naaktfotonu comme la main, comme un ver • spiernaakt1. m 2. adjnaakt, bloot -
4 peinture
peinture [pẽtuur]〈v.〉3 schildering ⇒ schets, beschrijving♦voorbeelden:1 attention, peinture fraîche! • nat!peinture métallisée • metallic lakpeinture à l'eau, à l'huile • water-, olieverfattention à la peinture! • nat!→ potla peinture en bâtiment(s) • het huisschilderenne pas pouvoir voir qn. en peinture • iemand niet kunnen luchten of zienpeinture à l'eau, à l'huile • aquarel-, olieverfschilderijf1) verf2) (het) schilderen, verven3) schilderij -
5 pointillé
pointillé [pwẽtiejee]〈m.〉2 verzameling stippen ⇒ gepointilleerd schilderij, puntraster♦voorbeelden:2 dessin, gravure au pointillé • gepointilleerde tekening, gravurem1) stippellijn -
6 raccorder
raccorder [raakordee]1 verbinden ⇒ verenigen, doen aansluitenv1) verbinden, verenigen2) restaureren [schilderij] -
7 tableau
tableau [taabloo]〈m.〉4 bord ⇒ aanplakbord, schoolbord6 lijst ⇒ tabel, overzicht♦voorbeelden:tableau noir • (school)bordaller, passer au tableau • voor het bord komen, een beurt krijgen5 tableau de bord • dashboard, instrumentenbordtableau de commande • bedieningspaneeltableau de distribution • schakelbordtableau indicateur • nummerbordtableau horaire • dienstregelingpour achever le tableau • tot overmaat van rampgagner sur tous les tableaux, sur les deux tableaux • op alle fronten winnen, zeker winnenmiser sur tous les tableaux, sur les deux tableaux • op safe spelen; op twee paarden wedden 〈 figuurlijk〉→ ombrem1) schilderij2) tafereel3) rooster4) tabel, overzicht6) schoolbord -
8 ciel
〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:ciel bas • laaghangende bewolkingciel couvert • bedekte lucht————————ciel2 [sjel],cieux [sjeu]〈m.; ook tussenwerpsel〉1 hemel(gewelf) ⇒ uitspansel, firmament♦voorbeelden:remuer ciel et terre • hemel en aarde bewegen〈 figuurlijk〉 tomber du ciel • uit de lucht komen vallen; omvallen van verbazingavoir l'air de tomber du ciel • er verdwaasd uitzienà ciel ouvert • in de open luchtsous le ciel • hier (op aarde)sous d'autres cieux • in een ander land, in andere landenjuste ciel! • goeie hemel!〈 spreekwoord〉 aide-toi, le Ciel t'aidera • help uzelf, zo helpt u Godélever qn. jusqu'au ciel • iemand de hemel in prijzenmériter le ciel • (een plaats in) de hemel verdienenmonter au ciel • ten hemel opvarenm1) hemel, (blauwe) lucht2) baldakijn -
9 composition
composition [kõpooziesjõ]〈v.〉2 (het) vervaardigen ⇒ (het) schrijven, (het) schilderen, (het) componeren♦voorbeelden:c'est un plat de ma composition • dit gerecht heb ik zelf bedachtentrer en composition avec • tot een vergelijk trachten te komen metvenir à composition • toegeven, concessies doenf5) werk, compositie6) schilderstuk7) proefwerk8) zetwerk9) opstel -
10 détrempe
-
11 exposition
exposition [ekspooziesjõ]〈v.〉2 ligging ⇒ blootstelling, plaatsing, belichting♦voorbeelden:l'exposition de ce tableau est mauvaise • dit schilderij hangt ongunstigexposition universelle • wereldtentoonstelling→ jourl'exposition d'un enfant • het te vondeling leggen van een kindf1) uitstalling2) ligging -
12 glacer
glacer [glaasee]1 doen bevriezen ⇒ sterk koelen, ijskoud maken♦voorbeelden:son comportement glace les gens • door zijn manier van doen schrikt hij de mensen afla pluie nous glace les mains • we krijgen ijskoude handen van de regenla peur le glaçait jusqu'aux os • hij was door de schrik volledig verlamd1 bevriezen ⇒ sterk afkoelen, ijskoud worden♦voorbeelden:v2) verlammen3) glanzend maken, glazuren -
13 machine
machine [maasĵien]〈v.〉1 machine ⇒ werktuig, toestel♦voorbeelden:machine de guerre • belegeringswerktuigmachine à sous • gok-, speelautomaatmachine de traitement de texte(s) • tekstverwerker, wordprocessormachine à vapeur • stoommachinemachine infernale • helse machinemachine pneumatique • luchtpompmachine à calculer • rekenmachineécrire, taper à la machine • typenmachine à écrire • schrijfmachine〈 pejoratief, figuurlijk〉 il n'est qu'une machine à fabriquer de l'argent • het enige dat hem interesseert is geld verdienenmachine à laver • wasmachinemachine à pointer • prikklokmachine à tisser • weefgetouwmachine à habiter • woonfabriekf1) machine, werktuig2) (motor)fiets3) locomotief4) apparaat, systeem5) ding -
14 mal
mal1 [maal],maux [moo]〈m.〉1 (het) kwade ⇒ schade, zonde2 pijn4 moeite♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 de deux maux, il faut choisir le moindre • men moet van twee kwaden het minste kiezendire du mal des autres • kwaadsprekenle mal est fait • het kwaad is geschiedfaire du mal à qn. • iemand kwaad doenrendre le mal pour le mal • kwaad met kwaad vergeldenje n'y vois aucun mal • ik zie daar niets slechts inne vouloir de mal à personne • niemand een kwaad hart toedragenmettre à mal • aftuigen, mishandelen 〈 ook figuurlijk〉le mal est que • het ongeluk, vervelende is dat→ oeilavoir mal au coeur • misselijk zijnmal de coeur • misselijkheidça me fait mal au coeur de les entendre • ik vind het sneu als ik ze zo hooravoir mal aux dents • kiespijn hebbenun mal de gorge • keelpijnmaux de reins • rugpijnmal blanc • fijtêtre dur au mal • tegen pijn, een stootje kunnenil n'y a pas de mal • het hindert nietil a eu plus de peur que de mal • hij is met de schrik vrijgekomenmal de mer • zeeziekte〈 spreekwoord〉 aux grands maux les grands remèdes • voor een harde knoest moet een harde beitel zijnprendre mal • ziek worden¶ être en mal de qc. • grote behoefte hebben aan iets, gebrek hebben aan iets————————mal2 [maal]1 slecht ⇒ kwaad, kwaad-♦voorbeelden:c'est pas mal! • dat is niet gek!il, elle n'est pas mal • hij, zij ziet er niet onaardig uitfaire qc. de mal • iets slechts doen→ an————————mal3 [maal]〈 bijwoord〉1 slecht ⇒ verkeerd, niet goed♦voorbeelden:mal à propos • te onpasenfant mal élevé • ongemanierd kindon est mal dans cette voiture • deze wagen zit ongemakkelijkêtre mal vu de qn. • slecht aangeschreven staan bij iemandle prendre (en) bien, mal • het goed, verkeerd opnemens'y prendre mal • 't onhandig, slecht aanpakkença tombe mal • het komt niet goed uittu tombes mal • je treft het slechttourner mal • 't verkeerde pad opgaan; slecht aflopense trouver, se sentir mal • onwel worden, een flauwte krijgenil va très mal • 't gaat hem erg slechtce tableau ferait pas mal sur le mur • dit schilderij zou het goed doen op de muurelle ne s'en est pas mal tirée • ze heeft er zich aardig uit geredil y a pas mal de monde • er zijn heel wat mensença va? pas trop mal! • gaat het? best!être au plus mal • heel erg ziek zijnêtre au plus mal avec qn. • op slechte voet staan met iemandde mal en pis • van kwaad tot erger1. m1) (het) kwade, schade2) pijn3) ziekte4) moeite2. adjslecht, kwaad3. advslecht, verkeerd -
15 patte
patte [paat]〈v.〉2 poot ⇒ klauw, been4 haak ⇒ schilderijhaak, vleeshaak♦voorbeelden:1 pattes d'araignée • lange, magere vingerspattes de mouche • kriebelpootpatte d'oie •〈zie ‘patte-d'oie’〉avoir la, une patte folle • met één been trekkenen avoir plein les pattes • bekaf zijn; er de balen van hebbenà quatre pattes • op handen en voetentraîner la patte • met z'n been slepenbas les pattes! • blijf er af met je poten!à pattes • met de benenwagen3 patte d'épaule • epaulet, passantmontrer patte blanche • het wachtwoord geven, zich netjes gedragenavoir les pattes croches • hebzuchtig, vrekkig zijnça ne casse pas trois pattes à un canard • dat is niet om over naar huis te schrijven, dat is niet denderendgraisser la patte à qn. • iemand omkopen, smeergeld geven aan iemandtirer dans les pattes à qn. • iemand dwars zittentomber sous la patte de qn. • in iemands handen vallenf1) poot [dier]2) klauw, been3) klep, pat -
16 tirer
tirer [tieree]1 schieten3 zwemen (naar) ⇒ gaan (naar), neigen (naar)♦voorbeelden:tirer dans le tas • lukraak op een groep mensen inschietentirer sur sa pipe • aan zijn pijp trekken4 journal qui tire à trente mille • krant die een oplage heeft van 30.000 exemplarenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 trekken (aan) ⇒ optrekken, naar beneden trekken, aantrekken2 halen (uit) ⇒ (uit)trekken, onttrekken, tappen3 (af)schieten ⇒ afvuren, neerschieten4 (af)drukken ⇒ afbeelden, tekenen♦voorbeelden:tirer l'échelle • de ladder wegtrekkentirer la jambe • met zijn been trekkentirer sa jupe • zijn rok gladtrekkentirer du métal en fils • draadtrekkentirer un navire • een boot slepentirer les rideaux • de gordijnen opentrekken, dichttrekkentirer la sonnette • aan de bel trekkentirer les yeux • vermoeiend voor het gezicht zijntirer un texte à soi • een tekst ten eigen voordele uitleggentirer la porte sur soi • de deur achter zich dicht trekkentirer le couteau • het mes trekkentirer vengeance • zich wrekentirer du vin • wijn uit het vat halenon ne peut rien en tirer • hij laat niets losil n'y a pas grand-chose à en tirer, on ne peut rien en tirer • er valt niet veel met hem te beginnentirer des larmes à qn. • iemand aan het huilen makentirer de l'argent de qn. • iemand geld aftroggelentirer son origine, sa source de • afstammen van, komen uittirer argument de qc. • iets als reden aanvoerentirer vanité de qc. • ergens trots op zijntirer argent de tout • overal geld uit slaantirer de l'huile des olives • olie uit olijven persentirer sur qn., sur le compte de qn. • een wissel op iemand trekkentirer un plan • een plan ontwerpentirer un livre à 2000 exemplaires • 2000 exemplaren van een boek drukken→ affaire, arme, boue, cheval, clair, diable, épine, épingle, langue, longueur, plan, poudre, ver, vin♦voorbeelden:1 s'en tirer • zich eruit redden, zich er doorheen slaan, het er zonder kleerscheuren afbrengens'en tirer avec deux mois de prison • er met twee maanden gevangenis vanaf komens'en tirer à bon compte • er makkelijk vanaf komen————————tirer (la boule)v1) (af)schieten, afvuren5) halen (uit), uittrekken6) afdrukken -
17 valoir
valoir [vaalwaar]3 evenveel waard zijn (als) ⇒ even groot, nuttig zijn (als)♦voorbeelden:à valoir • op afrekeningfaire valoir à qn. que • iemands aandacht erop vestigen datfaire valoir ses droits • zijn rechten doen geldenfaire valoir ses capitaux • zijn kapitaal productief makenfaire valoir un argument • een argument gebruikenvaille que vaille • zo goed en zo kwaad als het gaatne faire rien qui vaille • niets van belang, hoegenaamd niets uitvoerenvaloir mieux que • meer waard zijn, meer kosten danvaloir pour qn. • van belang zijn voor iemand, iemand aangaan3 ils te valent bien! • zij zijn niet minder dan jij bent!ça vaut mieux • dat is betertant, autant vaut rester ici • we kunnen net zo goed hier blijvenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bezorgen ⇒ opleveren, doen verkrijgen♦voorbeelden:1 qu'est-ce qui nous vaut cet honneur? • wat verschaft ons deze eer?ce tableau lui a valu d'être connu • dank zij dit schilderij is hij bekend geworden♦voorbeelden:v1) waard zijn, kosten4) bezorgen, opleveren -
18 vide
vide1 [vied]〈m.〉♦voorbeelden:faire le vide autour de qn. • iemand isolerenfaire le vide dans qc. • iets luchtledig makenfaire le vide dans son esprit • nergens meer aan denkensa mort fait un grand vide • zijn dood laat een grote leegte achterregarder dans le vide • voor zich uit starenà vide • leegle moteur tourne à vide • de motor pakt nietvides dans un tableau • lege plekken op een schilderijemballage sous vide • vacuümverpakking————————vide2 [vied]♦voorbeelden:avoir l'esprit vide • aan niets denkenmur vide • kale muuravoir la tête vide • een black-out hebbenmot vide de sens • woord zonder betekenis1. mleegte, vacuüm2. adj -
19 vidé
vide1 [vied]〈m.〉♦voorbeelden:faire le vide autour de qn. • iemand isolerenfaire le vide dans qc. • iets luchtledig makenfaire le vide dans son esprit • nergens meer aan denkensa mort fait un grand vide • zijn dood laat een grote leegte achterregarder dans le vide • voor zich uit starenà vide • leegle moteur tourne à vide • de motor pakt nietvides dans un tableau • lege plekken op een schilderijemballage sous vide • vacuümverpakking————————vide2 [vied]♦voorbeelden:avoir l'esprit vide • aan niets denkenmur vide • kale muuravoir la tête vide • een black-out hebbenmot vide de sens • woord zonder betekenisadj1) leeggemaakt2) uitgeput -
20 barbouillage
- 1
- 2
См. также в других словарях:
schilderij — skedrey … Woordenlijst Sranan
Bibliographie sur Brueghel l'Ancien — Article principal : Pieter Brueghel l Ancien. La bibliographie de Pieter Bruegel (ou Brueghel) l Ancien est indiquée par ordre alphabétique[1]. Les spécialistes reconnus sont indiqués en gras. Sommaire 1 A 2 B … Wikipédia en Français
Herman Brood — in 1979 Background information Birth name Hermanus Brood Also known as … Wikipedia
Piet Mondrian — in 1899 Birth name Pieter Cornelis Mondriaan Born 7 March 1872(1872 03 0 … Wikipedia
Synesthesia in art — The phrase synesthesia in art has historically referred to a wide variety of artistic experiments in order to synthesize different art disciplines (i.e. music and painting) as can be observed in the genres of visual music, abstract film, computer … Wikipedia
Willy Alberti — (b. Carel Verbrugge, Amsterdam, Oct. 14, 1926 d. there, Feb. 18, 1985) was a Dutch singer, who sang in Dutch and Italian. He was also an actor and a radio and TV personality.Alberti was the third of eight children born to William James Verbrugge… … Wikipedia
Carel Frederik Krahmer de Bichin — Infobox Military Person name=Carel Frederik Krahmer de Bichin caption=Major C.F. Krahmer de Bichin born=June 28, 1787 died=September 23, 1830 placeofbirth=Korbach placeofdeath=Brussels allegiance=United Kingdom of the Netherlands branch=Artillery … Wikipedia
Guus Meeuwis — Guus Meeuwis, 2007 Guus Meeuwis (* 23. März 1972 in Mariahout) ist ein niederländischer Popsänger. Einer seiner größten Hits war „Per spoor (kedeng, kedeng)“. Eine englische Version davon („The Holiday Express“) verbreitete sich in den letzten… … Deutsch Wikipedia
Nicolaas van der Waay — (* 15. Oktober 1855 in Amsterdam; † 18. Dezember 1936 ebenda) war ein niederländischer Aquarellist, Dekorationsmaler und Zeichner. Unter anderem bemalte er die goldene Karosse des Niederländischen Königshauses mit allegorischen Darstellungen und… … Deutsch Wikipedia
Waay — Nicolaas van der Waay (* 15. Oktober 1855 in Amsterdam; † 18. Dezember 1936 ebenda) war ein niederländischer Aquarellist, Dekorationsmaler und Zeichner. Unter anderem bemalte er die goldene Karosse des Niederländischen Königshauses mit… … Deutsch Wikipedia
Hubert van Eyck — Le Christ sur la croix entre Marie et Jean Hubert van Eyck, Hubrecht van Eyck ou encore Hubertus Eeyck était un peintre belge de l école des primitifs flamands du XVe siècle, né vers 1366 à Maaseik (actuelle province de Limbourg en Belgique) … Wikipédia en Français